Feedback oefening, de feedback carrousel teamoefening
FEEDBACK IS NIET MOEILIJK
Oefening: De Feedback Carrousel
MARTIJN VROEMEN
Oh, wat is iedereen altijd blij met goeie feedback, maar wat vinden we het moeilijk om dat te geven. Deze actieve oefening is altijd prijs. Valt vooral heel goed aan het eind van een dag. Ja, dat lees je goed. Iedereen heeft elkaar goed zitten observeren en zit vol met impressies. Deze feedback oefening geeft altijd energie. Feedback leren is best eenvoudig.
Hoe lang: Een uurtje.
Met wie: Met de hele groep. Een bestaand team heeft elkaar sowieso zet te vertellen, maar ook met een gelegenheidsgroep kan het na een dagje werken. Je hebt wel minimaal 8 mensen nodig. Maximaal: wel 30, zoveel als jij aankan.
Wat nodig: Genoeg ruimte om twee kringen te maken. Stoelen. Verder niets.
Doelstelling
- Op een speelse manier leren feedback geven
- Ontdekken dat er veel meer is dan kritische feedback
- Ervaren dat het gewoon doen veel schroom wegneemt
Introductie feedback oefening
Verdeel de groep in tweeën: een binnencirkel en een buitencirkel van paren die tegenover elkaar zitten. Zorg dat er voldoende ruimte is tussen de paren zodat ze elkaar niet storen tijdens het gesprek. Vertel dat je stapsgewijs gaat leren feedback geven. Optioneel: bespreek met de groep eerst wat feedback moeilijk maakt. Inventariseer alle zorgen en vragen. Ga nog geen tips en feedbackregels geven, dat doe je pas na deze oefening. Als dat nog nodig is. Hierna volgen vijf korte gesprekjes van een paar minuten elk. Je kunt ervoor kiezen om één cirkel van mensen aan het woord te laten, of halverwege nog een keer te wisselen, zodat iedereen aan bod komt. Kan allebei. Na elke ronde vraag je heel kort een paar reacties en daarna schuift de buitencirkel een plaats met de klok mee op. Dit zijn de rondes.
Ronde 1. Observeren en teruggeven
Laat de tweetallen elkaar een minuut observeren in stilte. Geeft altijd een beetje gegiechel. Vraag om concentratie. Daarna vraag je om terug te geven wat men gezien heeft. Zet na twee minuten stil en verzamel plenair wat voorbeelden. Je zult nu heel makkelijk het verschil tussen waarneming en interpretatie kunnen uitleggen. Dat zuiver kunnen scheiden is een grondbeginsel voor goede feedback.
Ronde 2. Vragen stellen aan ander
Laat één van de twee nu vragen aan de ander stellen. Mag van alles zijn. Bij de nabespreking zul je merken dat sommige mensen het heel lastig vinden om onbevangen, open vragen te stellen, en vooral ook om door te vragen. Ze vallen soms na twee vragen stil. Anderen zullen het moeilijk vinden om niet ‘in gesprek’ te gaan: ze voelen zich ‘verplicht’ om op een antwoord inhoudelijk te reageren. Het leerpunt is vooral: onbevangen aandacht hebben voor de ander, en zonder oordeel!
Ronde 3. Vragen over jezelf
In deze ronde stelt één van de twee vragen aan de ander. Over zichzelf. Dit is alweer een stuk moeilijk, maar het effent het pad naar echte feedback geven. Hoe dan ook vinden de meesten deze ronde erg leuk. Ze krijgen dingen te horen die ze niet verwacht hadden, en meestal leuke dingen. Je kunt de volgende tip meegeven (eventueel na een wissel, of halverwege): stel geen lompe, ongerichte vragen. Beter is om de ander te gidsen en specifiek te zijn. Dit vraagt wel wat moed.
Ronde 4. Een compliment geven
Nu geeft je positieve feedback aan de ander. Help eventueel met een begin-zin: wat jij heel goed kan is. Wat jou makkelijk lijkt te lukken is. Wat jij meer zou kunnen laten zien is. Waar ik van kan genieten is. Ook hier geldt: wees specifiek. En: durf ook te ontvangen! Dat zal voor niet iedereen makkelijk zijn, die wuiven een compliment weg. Maar dat is jammer, omdat je de ander daarmee eigenlijk blokkeert. Een compliment niet kunnen ontvangen is een kromme manier om de ander te domineren!
Ronde 5. Kritische feedback
Maak het een beetje spannend: “Nu komt het koningsnummer van aanspreken". Ja, geef nu ook eens een kritische noot terug. Je zult verbaasd zijn hoeveel mensen dit nu ‘gewoon’ kunnen. De eerste vier rondes hebben hun werk waarschijnlijk gedaan. Als tip geef ik altijd mee om iets te zeggen over zowel inhoud als relatie. Speel de bal, niet de man. Of: wees duidelijk/hard op de inhoud, maar wees vriendelijk en zorgzaam op de relatie. Als mensen het leuk vinden, of als de groep groot is, kun je er nog een of twee rondes aan vastplakken. Dan is de koek wel op.
Nabespreken
De nazit gaat nu als vanzelf. Ga weer in één kring zitten en bespreek vragen zoals:
- Wat viel je op, wat heb je geleerd?
- Wat maakte het makkelijk/moeilijk?
- Hoe zou je dit in de praktijk kunnen gaan doen?
Delen
Laat een bericht achter