Oefening: Maak je eigen teamrol-test - Teamchange
Moe van al die testen waarmee mensen in een hokje worden geduwd? Toch zin om elkaar eens wat beter te leren kennen? Maak dan je eigen teamroltest! Je kunt het zo creatief maken als je zelf wilt. Het resultaat is dat je meer begrip voor elkaar krijgt, en dat op een speelse, vrolijke manier.
Hoe lang: Minimaal anderhalf uur. Hoe groter het team, hoe meer tijd je nodig hebt.
Met wie: Met 4 tot 12 personen. Er moet aandacht voor iedereen mogelijk zijn.
Wat nodig: Een vergaderzaal, flip-overvellen, stiften. Feedbackvaardigheden helpt ook.
Doelstellingen van een teamroltest
- Leren kennen van elkaars kwaliteiten (en valkuilen).
- Werken aan vertrouwen tussen teamleden omdat je elkaars verschillen beter begrijpt.
- Het vergroten van de ‘open ruimte’ (bekende ruimte) waarin het team kan werken.
- Oefenen met het geven van feedback op een niet bedreigende manier.
Stap 1. In kaart brengen van categorieën
Bepaal de categorieën van gedrag, bijvoorbeeld: Kwaliteiten, Valkuilen, Allergieën en Leerpunten. Een ander voorbeeld is: Ambities, Zorgen, Vragen. Of wat uitdagender categorieën zoals: Deugden en Ondeugden, of: Geloof, Hoop en Liefde.
Het voordeel van dit soort ‘open’ categorieën is dat mensen er veel in kwijt kunnen en niet zichzelf een etiket hoeven op te plakken van een vooropgezet model van mogelijkheden. Een ander voordeel is dat goed gekozen categorieën waardevrij zijn (de meeste teamroltesten of karaktertypologieën zijn dat namelijk niet!). Een shortcut is dat iemand deze categorieën vooraf voorbereidt en ze als gegeven aan het team presenteert. Je mist dan wel een interessant deel van de discussie.
Stap 2. Kiezen van een metafoor
Nu kiest het team een metafoor waarmee elk teamlid kan worden vergeleken. Je kunt dit in een open brainstorm doen, of eerst iedereen vragen één metafoor te bedenken en er dan gezamenlijk een of twee te kiezen. Een voorbeeld van een metafoor is: een stripfiguur, of een dier, of een historische figuur. Je kunt ook meer abstracte metaforen bedenken, zoals een plant, een automerk of een film. Maar dat maakt het niet eenvoudiger!
De metafoor kan oneindig zijn: dus elk stripfiguur is denkbaar. Of eindig: we nemen bijvoorbeeld alleen gezinsleden Vader, Moeder, (Stief)Kind, Kok en Tuinman. In dat geval kunnen verschillende teamleden dezelfde metafoor kiezen. Er kunnen dan dus meerdere ‘moeders’ in het team voorkomen. Je kunt ook een metafoor kiezen binnen de onderwijscontext van je school: bijvoorbeeld: Brave Hendrik, De Spijbelaar, De Grappenmaker, Beste van de Klas.
Ook deze stap kan eventueel worden voorgestructureerd: de werkvorm neemt dan minder tijd in beslag. Ten slotte is er nog de variatie dat mensen de metafoor voor zichzelf invullen (ik ben een typische Clown), of voor een ander (jij bent een soort Trapezewerker).
Stap 3. Teamleden maken een profiel/poster van zichzelf
Nu gaan alle teamleden een eigen profiel maken op basis van de categorieën en de metafoor. Dus bijvoorbeeld: ik ben de ‘moeder’ en ik heb deze ‘ambities, zorgen en vragen’. Je kunt ook vragen om eerst een soort algemene typering te geven, en dan de categorieën stuk voor stuk in te vullen. Het doel is dat de teamleden op een speelse, veilige, maar frisse manier worden uitgedaagd om zichzelf bloot te geven. Je kunt iedereen vragen om van zichzelf een ‘poster’ te maken.
Stap 4. Uitwisselen en feedback geven
Teamleden vertellen wat ze kwijt willen in deze zelfbedachte ‘teamroltest’. Afhankelijk van de sfeer en de tijd kun je andere teamleden uitnodigen om feedback te geven en vragen te stellen.
Let erop dat de metafoor een middel blijft en geen doel wordt: dus als iemand de ‘moeder’ kiest, zal het verleidelijk zijn om allerlei ‘moedereigenschappen’ op die persoon te projecteren. Het gaat erom het teamlid te leren kennen, niet de metafoor. Wat dan helpt is om terug te gaan naar jou-vragen in het hier-en-nu: Wat maakt jou een moederlijk figuur? Wat zijn jouw dromen of zorgen?
Stap 5. Nabespreken op teamniveau
Als iedereen aan de beurt is geweest kun je met het team kijken naar vragen als:
- Wat hebben we met elkaar in huis aan eigenschappen?
- Zijn bepaalde categorieën oververtegenwoordigd, of missen we wat?
- Hoe denken we dat we als teamleden op elkaar reageren?
- Hebben we dingen gehoord van elkaar die we niet wisten?
- Hoe vinden we het om elkaar feedback te geven?
- Zouden we dat in de praktijk vaker kunnen doen? Hoe?